column in Vakblad Natuur Bos Landschap, februari 2019

 

Als de afzender van een ingezonden brief of van een artikel een oud-zusenmezo of voormalig-ditenmedat is, wees dan als lezer op uw hoede.

 

Staatsbosbeheer is de laatste tijd de klos. De verwijten van kaalslagen zijn niet van de lucht, recent is daar het woord roofbouw bijgekomen. Niet van wandelaars of zo, nee van gepensioneerde managers van Staatsbosbeheer en van het Kroondomein. Critici kijken vaak niet met hun ogen, maar met hun overtuiging. En dan sluipt er makkelijk verzuring in.

 

Zeker, je kan naar plekken gaan in het Staatsbos waar het er de laatste jaren stevig aan toe is gegaan; in de periode daarvoor was er heel weinig aan verjonging gewerkt, men spreekt van een inhaalslag. Ook ik vind dat de verjongingskap op sommige plekken veel genuanceerder had gekund: kleinere oppervlaktes, behoud van meer schermbomen en beperktere bodembewerking. De huidige Staatsbosbeheervoormannen willen dat ook: ook naar hun smaak is “op sommige plekken de uitvoering van de verjonging te fors geweest”.

 

Roofbouw is het structureel en gedurende langere tijd bossen leegkappen en bos niet de kans geven zich te herstellen. Daar is hier natuurlijk geen sprake van. Er staat momenteel meer hout in het Nederlandse bos dan ooit tevoren. De afgelopen halve eeuw is het bos ecologisch rijker en evident mooier geworden, deels doordat het ouder werd, maar zeker ook door gericht beheer.

 

Als het Nederlandse bos je echt ter harte gaat, is er meer aanleiding om je af te zetten tegen de ontbossing die op veel plekken plaats vond en nog steeds vindt. Ontbossing ten gunste van korte vegetaties, zoals heidevelden.

 

Juist van oud-managers had ik meer overzicht verwacht. In oppervlakte stellen de recente verjongingskappen weinig voor, het gaat over hoogstens enkele procenten van het Nederlandse bos. Voor de continuïteit is verjonging een goede zaak. Om een oude, alom gerespecteerde bosman (1929) aan te halen: ‘Een mooie kapvlakte is niet lelijk’.

 

Overigens zijn er in de recente Nederlandse bosgeschiedenis nergens grotere kapvlaktes gemaakt als op het Kroondomein. Die bossen hebben zich inmiddels prima hersteld en ontwikkelen zich goed.