column in Vakblad Natuur Bos Landschap, oktober 2020

 

Eerst geloofde ik het niet. De VVV van Epe geeft aan toeristen een ‘100% wildgarantie’. Epe ontbeert een dierentuin, maar er lopen inmiddels zoveel edelherten en zwijnen in de bossen rond Epe, dat men de garantie durft te geven dat de bezoekers wild tegen komen. De uitwassen van onze huidige consumptiemaatschappij: vandaag besteld, morgen in huis en garantie! Niet goed? Geld terug.

 

Er lopen veel edelherten op de Veluwe. En als de biodiversiteit je ter harte gaat, moet je zeggen, te veel. Heel veel te veel. Hun aantal is de afgelopen twintig jaar meer dan verdubbeld! Het bos wordt van onder kaal gevreten en loofbomen krijgen geen kans zich te verjongen. Aanplant van boomsoorten die mogelijk wat beter bestand zijn tegen het nieuwe klimaat zijn alleen aan de groei te krijgen binnen hoge hekwerken of ingepakt in lelijke kokers die ze een flink aantal jaren moeten vrijwaren van de hertenbekken.

 

Dat jagers hechten aan een hoge wildstand is niet gek: in een ‘mooi jachtveld’ valt veel wild te zien en veel te schieten. Maar dat de provinciale overheid – zij bepaalt de hoogte van het afschot –  het zover heeft laten komen is op zijn minst curieus.

 

Bij de discussie over de gewenste hoogte van de wildstand wordt de laatste tijd steevast de ‘wildzichtbaarheid’ voor het publiek als argument gebruikt. Een kulargument: het is toch veel spannender als je weet dat je in een bosgebied wild tegen kunt komen, maar je het niet meteen en overal ziet? Anders ga je toch naar de dierentuin? Zo’n van-onder-kaal bos is ook nog eens ongunstig voor het bosklimaat: de wind waait er doorheen, waarmee de luchtvochtigheid afneemt en zo de bossen nog gevoeliger maakt voor verdroging.

 

Voor een rijker en weerbaarder bos moet die stand van edelherten flink naar beneden. En ook die van zwijnen trouwens: die wroeten het hele jaar door in de bosbodem. Dat gewroet is niet alleen funest voor kiemplanten van bomen en struiken, het is ook ongunstig voor de koolstofopslag in de bosbodem en het versterkt de uitspoeling van voedingsstoffen.

 

Snel verhogen dat afschot dus, en op zijn minst weer terug naar de stand van het jaar 2000, maar liever nog wat lager.